Het oude Hof te
Loo
Tijdens de
middeleeuwse kruistochten werd rond 1100 de Orde van St.
Jan in Jeruzalem opgericht. Ze hadden Johannes de Doper
als patroon en noemden zichzelf Johannieters. Vanuit het
klooster in Utrecht werd St. Jansdal in Ermelo gesticht.
Deze naam komt in 1307 voor het eerst voor: "(het)
guet tho Loe (spreek uit: Loo) dat geheeten is Sunte
Johannes Dale". Loe of lo(o) betekent bos of een open
plaats in het bos. Dale (dal) betekent "schone
landstreek". Het bos of de open plek in het bos van
de (klooster) heren van de Johanniterorde, wordt dan
"der Heren Loe" en later ’s Heeren Loo.
Het terrein van
dit klooster was gesitueerd tussen de Horsterweg en de
Horloseweg. De klooster- en bedrijfsgebouwen waren omringd
door een gracht. Denk bij klooster eerder aan een grotere
boerderij in plaats van een groot kloostergebouw. Het
klooster raakte in verval en werd in 1594 afgebroken, maar
het poortgebouw bleef bestaan. Naar dit klooster is het
huidige ziekenhuis St. Jansdal in Harderwijk genoemd.
Van klooster tot
landgoed
In 1737 werd het
voormalige kloosterterrein eigendom van de familie de
Meester, die het in de daarop volgende decennia omvormde
tot een echt landgoed. Omstreeks 1800 had het landgoed een
parkachtige aanleg met een zogeheten sterrenbos. De
oorspronkelijke gracht werd verbreed tot een lange vijver.
In de vijver zitten drie natuurlijke sprengen die er voor
zorgen dat de waterstand op peil blijft.
Boven het stukje
gracht in de buurt bij het Heerenhuus stond tot in de
jaren 1950 een soort theekoepel. Het werd het
beeldenhuisje genoemd omdat naast de toegangsdeuren twee
beelden in een nis stonden. Het dateerde waarschijnlijk
uit de 18e eeuw.
In 1853 werd het
landgoed ’s Heeren Loo met bijbehorende landbouwgronden
en boerderijen verkocht aan mr. P.C. baron Nahuys. Deze
liet in 1876 een landhuis bouwen, de huidige villa het
Heerenhuus schuin voor het oude poortgebouw. Bovendien
liet hij een stalling en een koetshuis bouwen en werd een
park met vijver en bijzondere beplanting aangelegd.
In 1883 werd het
landgoed ’s Heeren Loo in onderdelen verkocht. Een jaar
later kocht jhr. W.F.G Sickinghe een deel van het
oorspronkelijke landgoed dat bestond uit een "heerenhuis",
stalling en koetshuis, de daar tussengelegen boerenwoning,
naast het aangrenzende geboomte, alles ter grootte van zes
hectare. Jhr. Sickinghe woonde er tot 1890. In dat jaar
verkocht hij het landgoed aan de heer M.J. Chevallier.
Meer informatie
over de geschiedenis van het klooster is te lezen in het
boekje "Sint Jansdal", deel 20 uit de
Schaffelaarreeks, geschreven door de heer dr. T. Beijer en
de heer Hans van Dijk.
Zorg voor
kinderen
In 1890 werd het
landgoed aan de heer M.J. Chevallier verkocht. Chevallier
kocht het landgoed niet zozeer voor zichzelf als wel voor
de ‘Vereniging tot Opvoeding en Verpleging van Idioten
en Achterlijke Kinderen’, waarvan hij één van de
oprichters was. Deze vereniging kocht ’s Heeren Loo in
1891 van Chevallier aan, om op het landgoed een inrichting
te openen.
In 1919 besloot
de vereniging het terrein even ten oosten van ’s Heeren
Loo aan te kopen. Op dat terrein stond de boerderij
Lozenoord. Deze werd nog voor het één en ander notarieel
was beklonken door brand verwoest. Op het vrijkomende
terrein besloot de vereniging de nieuwe inrichting
Lozenoord te bouwen, bestemd voor 500 meisjes, verdeeld
over elf paviljoens. Uiteindelijk zijn alleen de
directievilla, een keuken een drietal paviljoens
gerealiseerd. In 1933 worden beide inrichtingen
samengevoegd onder één geneesheer-directeur.
Hertenkamp en
Klinkboerderij
Het hertenkamp is
prachtig tussen de bossen gelegen. Er lopen hier diverse
damherten. De draagtijd bij damherten is flexibel, d.w.z.
afhankelijk van de weersomstandigheden. In een zacht
voorjaar worden de jongen eind mei geboren. Is het erg
koud en nat dan wordt het meestal wel eind juni voor we
jonge herten zien. De schuur in het hertenkamp wordt als
schuilhut voor de dieren gebruikt, tevens dient hij als
opslag van het hooi. Opgetrokken uit hout en voorzien van
een rieten dak past de hut uitstekend in de omgeving. In
het hertenkamp staan ook bomen. Het valt niet mee om deze
goed te houden, omdat de dieren gek zijn op de takken en
bast. U ziet hier linden (Tilia), eiken (Quercus), beuken
(Fagus) en berken (Betula) staan, alle voorzien van een
speciale beschermende korf.
De vijver is een
onderdeel van de Tonselse Beek. De bronnen hiervan liggen
in de gracht van Groot-Emaus. Door de beek wordt al het
overtollige water uit de buurt van Veldwijk en Groot-Emaus
afgevoerd. De vijver is eigenlijk bedoeld als opvang voor
het water dat van Groot-Emaus vandaan komt. Het water
stroomt via de vijver door naar de randmeren. In de vijver
kunt u eenden, ganzen, zwanen en andere watervogels
aantreffen. Ook zwemmen hier karpers. Op het eiland ziet u
fraaie Hollandse linden (Tilia europaea).
De Klinkboerderij
* werd in 1983 gebouwd. De boerderij herbergt een aantal
verschillende dieren, die geaaid en geknuffeld kunnen
worden. In1998 is de ‘Snoezelberg’ erbij gebouwd. Het
hertenkamp en de Klinkboerderij zijn erg in trek bij de
bewoners van 's Heeren Loo en mensen uit de omgeving. Ook
toeristen weten met of zonder kinderen het hertenkamp te
vinden om er de dieren te bekijken en te aaien.
* De Klink is de
naam van de oudervereniging van 's Heeren Loo. U vindt een
verwijzing naar deze naam boven de deur van de boerderij
(een stenen klink).
Voormalige
directeurswoning De Villa
De Villa werd
omstreeks 1910 gebouwd voor directeur dr. A. Dupont. Het
ziet er heden ten dage nog hetzelfde uit. Dr. A. Dupont
was eerst directeur-geneesheer van ’s Heeren Loo. In
1909 ging hij over naar Lozenoord. Over Dupont gaan
meerdere verhalen. Zo zou hij in april 1909 een telegram
ontvangen hebben dat hij naar paleis het Loo in Apeldoorn
moest om te helpen bij de koninklijke bevalling. Dupont
ging zeer vereerd op pad. De politie bij Apeldoorn had
echter een telegram gekregen dat er een gevaarlijke gek
uit Ermelo onderweg was naar het paleis die zich voor zou
doen als een geneesheer. Dupont heeft veel moeten praten
om weer terug naar Ermelo te mogen.