Telgt bestaat al
lang, het oudste bewijs van haar bestaan dateert uit 806.
Het betreft een akte waarbij een zekere Hiddo onder meer
zijn goederen in Bochursti (Bokhorst bij Putten) en in
Telgud aan Bisschop Liudger schonk. ( Het oudste bewijs van
het bestaan van Ermelo dateert uit 855. )
In 2006 werd aan
het 1200-jarig bestaan ruim aandacht besteed. Telgt heeft
zich evenals Horst pas in de recente tijd als een
concentratie van bebouwing ontwikkeld.
De Coöperatieve
Boerenbond Telgterweg 288, gebouwd in 1939, omvatte een
graanmalerij, een pakhuis en kantoorruimte. Als
zelfstandige Coöperatie heeft Ermelo tot 1 januari 1967
bestaan. Toen werd gefuseerd met de Puttense Coöperatie
en ging men verder onder de naam Grevenhorst. Later
volgden nog enkele fusies waarna op 1 april 1981 het
garagebedrijf Auto Horst een deel van de gebouwen ging
gebruiken. Later gevolgd door bouwbedrijf Kosters. In een
ander deel opende in 1982 de Wildkamp een vestiging, in
1999 werd na verbouwing het pand heropend.
In de jaren 20
van de vorige eeuw begon men aan de Telgterweg 305 met het
malen, mengen en persen van veevoer in het nog altijd
aanwezige karakteristieke pand. Sinds oktober 2008 is in
het pand een dierenspeciaalzaak gevestigd met de naam De
Oude Meul.
In het pand
Telgterweg 307 was tot 1920 de Telgterschool gevestigd. Op
de hoek naast het pand staat een fraaie Tamme Kastanje.
Later was in de voormalige school de zaak van P. van
Bentum gevestigd die deze in 2007overdeed aan Erwin
Bakker. Nadat deze verhuisde naar de overkant werd het
pand in 2009 in gebruik genomen als de winkel Buiten
& Binnengoed. Een jaar later werd naast de winkel de
schenkerij Effe Zitten geopend.
De overgangszone langs de Randmeerzone
bestaat uit vochtige
dekzandgebieden, hoge bruine en zwarte enkeerdgronden,
doorsneden door kleine kwelbeekjes.
De verspreide
bebouwing langs wegen vormt de buurtschappen Telgt en
Horst. Kenmerkend zijn de houtwallen met de afwisselend
open en gesloten landbouwgronden. Bij Telgt is het
patroon: een boerderij met daaromheen de gronden. Bij
Horst zijn het meer langgerekte percelen haaks op de
wegen. Het kavelpatroon is uniek. Herverkaveling zal in
principe niet meer mogelijk zijn in deze gebieden. De
landbouw kan functioneren binnen de voorwaarden die worden
gesteld door natuur en huidig landschap.
Het andere deel
van de Randmeerzone langs de A28 is de weidezone. Het is
een vlakte met mariene afzettingen door de voormalige
Zuiderzee. In het deel redelijk ver van de vroegere
Zuiderzee, zijn nog veel brede houtwallen aangelegd. De
houtwallen bestaan voornamelijk uit eiken. Hoe dichter men
naar ‘de oude zee’ gaat, des te opener wordt het
landschap. Tussen de weilanden is weinig bebouwing.
Een recht
wegenpatroon met elzen en essen en rechte kavelsloten is
kenmerkend voor dit gebied. Afwatering geschiedt door de
Horstsche Beek (Horsterbeek) en het Schaapsdijksbeekje.
Vroeger kon de Zuiderzee hier het land instromen. Om dit
te voorkomen werden de beekjes afgesloten door kleine
sluisjes.Iets ten noorden van boerderij De Boshof aan de
Riebroekersteeg zit in de beek nog zo'n sluisje. Het doet
nu geen dienst meer, maar is enkele jaren geleden wel
gerestaureerd. De weidezone is een belangrijk
weidevogelgebied. Tureluur, grutto, kievit en scholekster
broeden hier. In de Horstsche Beek komen typische
beekvissen voor zoals het bermpje en de kleine
modderkruiper.
De Zeeweg loopt
nu dood, vroeger liep de Zeeweg door tot aan de Zuiderzee.
Hier was vroeger een kleine aanlegsteiger waar
vissersboten konden aanleggen. In het Verkadealbum ‘Langs
de Zuiderzee’ van Jac. P. Thijsse staat een plaatje van
dit gebied. De sfeer van het landschap in begin 20e eeuw
is fraai weergegeven.
Voor meer
informatie:
www.horstentelgt.nl