Postwegen
                      
                      Over de Veluwe  
                      lopen veel historische wegen, zoals hessen-, hanze- en 
                      postwegen. Hessen- en hanzewegen zijn oude handelsroutes.  
                      Postwegen maakten deel uit van het wegennetwerk van de  
                      Koninklijke Nederlandse Paardenposterijen, een  
                      vervoersorganisatie die tijdens de Franse bezetting in het  
                      leven was geroepen. Deze wegen mochten alleen gebruikt  
                      worden door de koetsen van personen- en goederenvervoer  
                      van de Paardenposterij en de Estafettepost die het  
                      brieftransport verzorgde. Op oude kaarten is te zien dat  
                      de Postweg vanaf hier naar Leuvenum liep. Later kreeg de  
                      weg naar Staverden de naam Postweg. De huidige Postweg  
                      gaat naar Staverden. De weg naar Leuvenum is nu een  
                      onbeduidend zandpad dat nog moeilijk te herleiden is in de  
                      heide.
                      
                      Bezoekerscentrum  
                      Ermelosche Heide en de schaapskooi
 
                      
                      Het     
                      bezoekerscentrum ontvangt jaarlijks ongeveer 50.000     
                      gasten. Dit gebouw heeft een oppervlakte van 240 m² en     
                      lijkt in grote lijnen op de schaapskooi. In het centrum     
                      staan verschillende bezienswaardigheden met informatie     
                      over de schaapskooi, de kudde, de Ermelosche Heide en de     
                      archeologie van het gebied tentoongesteld. Verder staat er     
                      ook een echte bijenkast met een heus bijenvolk. De     
                      bijenkast kunt u van binnen bekijken door de glazen wand.
   
                      De Ermelose 
                      schaapskooi is van oorsprong een particulier initiatief 
                      waar de gemeente Ermelo op heeft ingespeeld. In eerste 
                      instantie was de bouw van een schaapskooi niet mogelijk, 
                      omdat de milieuwetgeving (met betrekking tot 
                      ammoniak-emissie van dieren) dat niet toestond. Alle 
                      plannen om een schaapskooi te bouwen werden stilgelegd. Na 
                      een intensieve lobby vanuit de gemeente Ermelo in de 
                      richting van de landelijke politiek en het ministerie van 
                      VROM, is in de nieuwe ammoniakwetgeving (voorjaar 2002) 
                      een uitzondering opgenomen voor dieren die worden gehouden 
                      ten behoeve van natuurbeheer. Pas daarna konden alle 
                      bouwplannen weer verder worden opgepakt en uitgewerkt.
                      In december 2002 
                      kon de Stichting Schapedrift Ermelo beginnen met de bouw 
                      van de schaapskooi en het bezoekerscentrum. In mei 2003 
                      was de kooi klaar en konden de eerste schapen er in.
                      Het ontwerp van     
                      de kooi is gebaseerd op andere op de Veluwe voorkomende     
                      schaapskooien en de kooi heeft een oppervlakte van 400 m².     
                      Daarmee is het naar verluidt de grootste schaapskooi van     
                      Nederland. Het hout is door de gemeente Ermelo aan de     
                      stichting gedoneerd en komt uit de Ermelose gemeentelijke     
                      bossen. Het gaat voornamelijk om eiken- en douglashout dat     
                      het FSC-keurmerk draagt.
    
                      In de kooi kunnen maximaal 400 Veluwse Heideschapen     
                      (inclusief lammeren) worden ondergebracht. Alle schapen     
                      zijn in eigendom van de Stichting Schapedrift Ermelo. Daar     
                      is voor gekozen omdat dit de continuïteit van de     
                      schaapskooi ten goede komt. De gemeente is de formele     
                      eigenaar van de Ermelosche Heide en heeft de begrazing     
                      overgedragen aan de Stichting Schapedrift Ermelo. De     
                      stichting is daarmee verantwoordelijk voor de exploitatie     
                      van de schaapskudde, de schaapskooi, het bezoekerscentrum     
                      en de begrazing van de Ermelosche Heide.
    
                      
                      
                      Herstel van het  
                      Romeins Marskamp
 
                      
                      Om meer  
                      bekendheid te geven aan dit unieke archeologische object  
                      en de uitgevoerde herstelwerkzaamheden zijn er in 2006  
                      verschillende activiteiten uitgevoerd. Er verscheen een  
                      wandelrouteboekje, informatieborden werden geplaatst en voor de Ermelose  
                      basisscholen heeft de Stichting Natuur- en MilieuPlatform  
                      een beleefles ontwikkeld.
 
                      Er zijn nog veel 
                      vragen en onduidelijkheden over dit Romeins Marskamp. 
                      Zeker is dat de meeste vragen onopgelost zullen blijven. 
                      Er zijn gewoonweg geen (andere) informatiebronnen meer die 
                      ons kunnen vertellen waarom de soldaten op deze plek hun 
                      kamp opsloegen. Wel kan men gegevens verkregen uit andere 
                      landen, met name Engeland, gebruiken om zich een mogelijk 
                      beeld te vormen over hetgeen zich hier heeft afgespeeld.
                      De verdwenen 
                      zuidpunt van het monument is in 2006 gereconstrueerd, 
                      zodat de contouren van de wal opnieuw goed zichtbaar zijn. 
                      Voor het ophogen van de wallen is grond gebruikt die qua 
                      samenstelling vergelijkbaar is met de aanwezige 
                      heidegrond.
                      Waar het fietspad 
                      langs de Flevoweg de wal doorsnijdt, is de wal opgehoogd 
                      tot de oorspronkelijke hoogte van 90 cm. Deze plek is 
                      geaccentueerd met betonelementen.
                      Hier staat een 
                      beeld van een hurkende Romein, gemaakt door Gerrie Hondius. 
                      Dit beeld, dat op de wal staat, toont een soldaat op de 
                      uitkijk en geeft ook een indruk van zijn uitrusting. Het 
                      beeld is vooral bedoeld als aandachtstrekker voor de 
                      passerende wandelaars en fietsers.
                      
                      Tijdens de 
                      plaatsing van de betonelementen langs het fietspad werd 
                      tijdelijk een dwarsdoorsnede van de wal zichtbaar. Boven 
                      op het ‘moedermateriaal’, dekzand uit de laatste 
                      ijstijd, was een vrij dikke humuslaag zichtbaar. Deze 
                      humuslaag had zich in de loop van de eeuwen gevormd. 
                      Bovenop deze humuslaag was een laag aarde zichtbaar die 
                      wat bol liep. Dit zijn de resten van de ingeklonken wal 
                      die door de Romeinen was opgeworpen. Deze laag, kort na de 
                      aanleg nog zo’n 100 - 120 cm hoog, was ingezakt tot zo’n 
                      30 - 40 cm. Hierop was vanaf de Romeinse tijd een nieuwe 
                      humuslaag gevormd. In de eerste helft van 2006 is er een 
                      laag ‘verse aarde’ opgebracht om de wal weer op hoogte 
                      te brengen. Archeologen hebben de kans benut om tijdens de 
                      werkzaamheden aan de wal onderzoek te doen. Helaas hebben 
                      ze niets bijzonders gevonden.
                      Het kamp heeft 
                      een oppervlakte van 9 hectare en meet 250 bij 350 meter. 
                      Het is ruitvormig. Aan de buitenzijde is de gracht 
                      zichtbaar. Deze is niet tot de oorspronkelijke diepte 
                      hersteld.
                      Het deel op de 
                      heide wordt de praetentura van het kamp genoemd. Uit dit 
                      deel zijn archeologische vondsten, haardkuilen met 
                      koolstofdeeltjes, bekend. De retentura ligt voornamelijk 
                      aan de overkant van de weg. Dit deel ligt nu in een bos, 
                      maar het hele terrein was in de Romeinse tijd een grote 
                      heidevlakte overgaand naar de natte terreinen in het dal 
                      van de Leuvenumse Beek. Het bos is in de jaren dertig van 
                      de vorige eeuw aangeplant.
                      Dwars door het     
                      kamp heeft een V-vormige gracht gelegen. Deze vormde de     
                      afscheiding tussen de praetentura en de retentura. Uit     
                      onderzoek is gebleken dat de Romeinen bij het verlaten van     
                      het kamp deze gracht hebben dichtgemaakt. Het slechten van     
                      de wal en het dichtgooien van de buitengracht, wat bij het     
                      verlaten van een kamp de gewoonte was, is achterwege     
                      gebleven. Eén van de vele vragen betreffende dit kamp is     
                      waarom dat hier niet gebeurd is.
    
                      
                       
                       
                      
                      Voor meer  
                      informatie:
                      
                      www.schapedrift.nl