Staverden een
stad?
Aan graaf Reinoud
van Gelre werd in 1291 het recht verleend om bij zijn Hof
een stad te stichten. In de middeleeuwen lag deze Hof (een
versterkt edelmanshuis) als een enclave in de uitgestrekte
heide. In 1298 kreeg Staverden zijn stadsrechten. Een stad
is er nooit gekomen, ondanks de gunstige ligging bij de
Staverdense Beek.
Staverden werd al
snel in leen uitgegeven, als tegenprestatie moest de
leenman witte pauwen houden. De witte pauwenveren pronkten
op de helm van de Graaf, later Hertog van Gelre. De witte
pauwen zijn nog steeds op Staverden te vinden!
Ontwikkeling
Het landgoed werd
in 1835 eigendom van J.R. Kemper. Het huis had zich toen
al ontwikkeld tot ‘een deftig Heerenhuis’, staande in
een gracht met twee paviljoentorens, een stenen brug, een
voorplein en een toegangslaan beplant met bomen. De tuin
is circa 1790 waarschijnlijk aangelegd door de
landschapsarchitect J.G. Michael. Het eiland ofwel ‘Eleonorapol’
werd aangelegd in de Staverdense Beek ter herinnering aan
gravin Eleonora (of Leonora) die in de 14e eeuw wegkwijnde
na een liefdesdrama. Haar geest zou nog altijd rondwaren
als de ‘Zwarte Vrouwe van Staverden’.
In de periode dat
Kemper eigenaar was, werd het kasteel verbouwd en het bezit
vergroot door de aankoop van woeste gronden die werden
ontgonnen tot bouw- en weiland en deels met naaldbomen
werden beplant.
Wegen werden aangelegd of verbeterd. Enkele boerderijen,
de kapel, het tolhuis en de duiventil stammen uit deze
periode. Van de boerderij ‘Berkenhof’ uit 1850 is de
oorspronkelijke erfbebouwing en -beplanting nog intact.
s’ Jacob
In 1905 kocht de
Rotterdamse burgemeester F.B. s’ Jacob het landgoed. Hij
liet het kasteel slopen en vanaf de fundamenten opnieuw
opbouwen naar een ontwerp van de architect L.A. van Essen.
De tuinarchitect P.H. Wattez kreeg opdracht een ontwerp te
maken voor het terrein rondom het huis. In hoofdlijnen is
de aanleg van Wattez nog steeds herkenbaar.
In de tuin
verrezen in die periode een oranjerie en kassen, waarin
ondermeer bananen, ananassen, koffie en orchideeën werden
gekweekt.
S’ Jacob
breidde het landgoed uit en liet arbeiderswoningen, het
houten landhuis ‘De Witte Pauwen’ en het jachthuis
bouwen. Hij woonde in het jachthuis voordat hij in het
kasteel trok. Hij liet de aangekochte veengronden
ontginnen en stichtte in 1914 de modelboerderij ‘Frederik
Bernhardhoeve’ voor de vernieuwing van de landbouw en in
1936 de ‘Stavohoeve’. De Ontspanningszaal, hier
neergezet in 1921, (nu gemeentelijk monument) was
oorspronkelijk een barak uit het Belgische
interneringskamp te Harderwijk. De Belgen zaten daar
tijdens de Eerste Wereldoorlog.
S’ Jacob heeft
veel gedaan voor de plaatselijke bevolking. Hij heeft
Staverden als een land- en bosbouwbedrijf geëxploiteerd,
een voortzetting van hoe het landgoed al eeuwenlang had
gefunctioneerd. Hij overleed in 1935.
kasteel 1900
Zijn zoon H.Th. s’
Jacob ging niet in het kasteel maar in het houten landhuis
‘De Witte Pauwen’ wonen. Hij zette het werk van zijn
vader voort en kocht woeste grond om te ontginnen.
Het landgoed werd
perfect onderhouden. Zijn personeel moest hem met ontzag
en eerbied behandelen. Toen een van de paardenknechts op
de modelboerderij bezig was hooi op te steken kwam s’
Jacob even kijken. De knecht groette beleefd maar nam zijn
pet niet af. Dit was reden voor s’ Jacob om hem op
staande voet te ontslaan. Gelukkig sprong de
bedrijfsleider voor de knecht in de bres en wist dit te
verhinderen. In de crisistijd met grote werkloosheid en
weinig sociale voorzieningen was dit een moedige daad.
De Koninklijke
familie onderhield goede contacten met de familie s’
Jacob. De prinsessen Beatrix en Irene hebben nog gezwommen
in het privé openluchtzwembad.
De enige zoon van
’s Jacob is in het concentratiekamp overleden. De twee
dochters verhuisden vanwege hun huwelijk naar
Zuid-Amerika.
Na de Tweede
Wereldoorlog is de tuin langzamerhand in verval geraakt.
In 1949 werd het kasteel verhuurd aan de NV Stoomvaart
Maatschappij Nederland die het als vakantieverblijf voor
haar personeel gebruikte. Het kasteel is aan wisselende
ondernemingen verhuurd geweest. Het is nu trouwlocatie
voor de gemeente Ermelo.
De heer s’
Jacob overleed in 1962. Hij was een van de oprichters van
het Geldersch Landschap. De familie verkocht het landgoed
dan ook aan de stichting. De wit-lichtblauwe kleuren op de
luiken van de pachtboerderijen en woningen werden
overgeschilderd in groen/geel met de rode Geldersche roos.
kasteel 1910
Flora en fauna
Staverden kent
veel variatie: fraaie bossen met oude beukenlanen,
bloemrijke beekdalgraslanden, heidevelden, houtwallen,
akkers en weilanden, een park, beekjes en een
kasteelgracht.
Dankzij de
Staverdense Beek en de vochtige graslanden is de vegetatie
gevarieerd.
In het voorjaar
kleuren de witte bosanemoon de bermen wit. Op de vochtige
schraalgraslanden komen koekoeksbloem, waterdrieblad en
beenbreek voor. Ook bijzondere paddenstoelen, zoals
narcisamaniet en groene glibberzwam zijn waargenomen.
Op Staverden
leven edelherten en reeën. Er is een dassenburcht, ook
vossen, boommarter en wilde zwijnen komen voor.
Dankzij het
heldere water door de Staverdense Beek komt de ijsvogel
voor die het gemunt heeft op de beenprik. De raaf broedt
ook op het landgoed. In de vroegere ijskelder in de
kasteeltuin overwinteren vleermuizen.
Boerderijen
Op het landgoed,
dat wordt doorsneden door de Staverdense Beek, bevinden
zich achttien boerderijen. Enkele boerderijen hebben nog
steeds een complete erfinrichting met schuren, bakhuisjes,
putten en pompen.
De Frederik
Bernhardhoeve aan de Allee werd in 1914 gebouwd als
modelboerderij en was voor die tijd zeer modern. Het
complex bestaat uit een losstaande kleine woning met links
daarachter een koestal met mestplaats en rechts ervan een
grote houten loopstal. Haaks op deze loopstal bevindt zich
een oude lage veestal.
Het was geen
pachtboerderij, maar een bedrijf van de familie s’ Jacob
zelf, waardoor het benodigde personeel werd aangetrokken.
De stallen werden volgens de toenmalige nieuwste inzichten
gebouwd en voor de machinale voederbereiding was een
aparte motorkamer toegevoegd.
Een van de oudste
boerderijen op het landgoed is boerderij Akkerzicht,
gebouwd omstreeks 1836. De deel van deze
hallehuisboerderij is in 1868 verbouwd. Nabij Akkerzicht
staat Kerkzicht, deze boerderij dateert vermoedelijk in de
kern uit 1867 en werd na een brand rond 1882 herbouwd. Er
heeft jarenlang een klein winkeltje in de boerderij
gefunctioneerd. Beide boerderijen bevinden zich aan de
Garderenseweg.
Langs de Postweg
is boerderijcomplex Leonorahoeve te vinden, gebouwd in
1917 – 1918. De gevels van de boerderij zijn grotendeels
opgetrokken in kalkzandsteen. Bij de boerderij bevindt
zich een in dezelfde stijl opgetrokken bakhuisje.
Langs de
Uddelermeerweg zijn ook enkele boerderijen te vinden die
behoren tot het landgoed. De Leemkuil is volgens de jaarankers
in 1854 gebouwd. Boerderijcomplex Meerhoeve volgens een
sluitsteen boven het raam in de voorgevel uit 1848. Links
van de boerderij bevindt zich een groot bakhuis met een
zadeldak en gepleisterde gevels. Ook is er een moderne
potstal aanwezig.
De na een brand
in 1913 herbouwde boerderij Haverkamp aan de huidige
Staverdenseweg is een zeldzaam voorbeeld van een dubbele
boerderij. Enkele jaren geleden is het geheel
gerestaureerd. Alle gevels zijn gepleisterd en
witgeschilderd. De indeling van het interieur is nog
grotendeels oorspronkelijk.
Tol
Tegenover kapel
Staverden staat het voormalig tolhuis uit 1859. In dat
jaar werd een grindweg van Harderwijk via Leuvenum en
Staverden naar Elspeet aangelegd. Voor het onderhoud van
de weg hief de gemeente tol. De tolgaarder was
uitgemonsterd met een pet met rode band waarop het
gemeentewapen stond.
Enkele
toltarieven omstreeks 1875 waren:
paard of muilezel
5 cts
rund of ezel 1½
cts
geit of schaap 1
cts
kudde van 50 of
meer schapen of varkens 50 cts
aangespannen rund
of ezel 5 cts
aangespannen
paard of muilezel 15 cts
Vrijgesteld van
tolbetaling waren leden van het Koninklijk huis, de
dominee, dokter, vroedvrouw en veearts.
Aan de
Uddelermeerweg bevindt zich nabij de zuidgrens van
Staverden het voormalig tolhuis Veldkamp. Dit gebouw is
nagenoeg identiek aan het tolhuis tegenover de kapel. De
tol werd opgeheven op 31 december 1938.
Watermolen
Boerderijcomplex
De Molen is volgens een sluitsteen in de achtergevel
gebouwd in 1925. Mogelijk betreft dit echter een
verbouwing en is het pand ouder. Hier stond tot 1923 de
laatste watermolen zoals deze in de Staverdense en
Leuvenumse Beek al eeuwenlang werden gebruikt. Dit waren
zogenaamde ‘bovenslagwatermolens’. Het beekwater werd
aangevoerd via een aangelegde parallelbeek: de molenbeek.
De vroegere
beheerder Tjoonk bouwde in 1989 een nieuw waterrad,
waardoor dit rad weer functioneert zoals van ouds! In 2007
is uitgebreid onderhoud uitgevoerd.
De kasteeltuin
De kasteeltuin
binnen de gracht is in 1907 – 1908 volledig heringericht
naar een ontwerp van de tuinarchitect P.H. Wattez uit
Bussum. Deze aanleg is echter in de loop der tijd sterk
vereenvoudigd, deels verdwenen, of gewijzigd. Op 17
november 2006 gaf de Gelderse Commissaris der Koningin
Clemence Cornielje het startsein voor renovatie van de
kasteeltuin en restauratie van diverse gebouwen.
De tuin bij het
kasteel bestaat uit een voorplein tussen het hoofdhuis en
het voormalige koetshuis. Dit plein is vanaf de openbare
weg, de Staverdenseweg bereikbaar via een gemetselde burg
met fraai smeedijzeren toegangshek over de gracht. Boven
dit hek bevindt zich een eveneens ijzeren overbrugging
voorzien van siersmeedwerk en het wapen van Staverden. Aan
één zijde van de brug is een ijzeren waterspuwer in de
vorm van een kop aangebracht.
de oude kasteeltuin
Vanaf het
voorplein is, door een gerenoveerde tweede brug over de
gracht, het zuidelijke deel van de tuin bereikbaar. Bij de
renovatie van de tuin dit jaar is er een voetgangersbrug
aangebracht over de gracht, de brug leidt naar de
parkeerplaats aan de Uddelermeerweg.
Tijdens de
renovatie van de tuin zijn fruitbomen, vele meters
buxushaagjes en gevarieerde vaste planten borders
aangebracht. Bijzonder is ook het rechthoekig doolhof van
beuken dat door Wattez in 1907 is ontworpen. In de tuin
staan diverse beelden en ornamenten.
De heer s’
Jacob bestelde omstreeks 1931 diverse beelden in Frankrijk
voor verfraaiing van de tuin. De tuinsculptuur op het
voorplein toont drie putti (dikke engeltjes) die een
schaal dragen. De Pauw van zandsteen staat te pronken in
de tuin. De fraaie bank in de tuin is een geschenk van de
kinderen, klein- en achterkleinkinderen van s’ Jacob,
ter herinnering aan zijn 80e verjaardag in 1930. Verder in
de kasteeltuin staat een vroeg twintigste-eeuwse bank in
de vorm van een doorgezaagde sarcofaag.
Bijzonder is ook
de gedenkzuil met meetinstrumenten, metaalbeslag en een
zonnewijzer voorzien van de inscriptie:
‘De provinciale
vereeniging van burgemeesters en secretarissen in
Zuid-Holland aan haren voorzitter F.B. s’ Jacob
1894-1906’.
Gebouwen
Afgelopen jaren
is ook hard gewerkt aan restauratie van diverse gebouwen
op het landgoed.
De gerestaureerde
orangerie in de kasteeltuin is vermoedelijk gebouwd in
1854 en later verbouwd. Het gebouw is voorzien van een
kelder. Vanaf de orangerie naar de achtergevel van de
tuinmanswoning bevindt zich een tuinmuur. Tegen deze muur
is weer een muurkas aangebracht. De orangerie heeft en
horecafunctie gekregen.
De tuinmanswoning
met zijn gepleisterde gevels is ook omstreeks 1850 gebouwd
en in 1912 verbouwd, het heeft jaren leeggestaan en was
ernstig in verval geraakt. Er zijn plannen om de
tuinmanswoning te verhuren als vakantiehuisje.
tuinmanswoning in oude staat
Onderdeel van de
restauratie is ook het bouwen van een bloemenkas en
pauwenverblijf, die zijn ondertussen gereed.
In de aanwezige
ijskelder overwinteren vleermuizen. Veel soorten zijn
waargenomen: dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis,
watervleermuis, gewone grootoorvleermuis, rosse vleermuis
en de zeldzame baardvleermuis en franjestaart.
In de tuin staat
ook een fraai prieel (theepaviljoen). Dit prieel dat begin
1990 geheel door de storm werd vernield en in 1994 werd
hersteld, is in 2007 voorzien van een nieuwe dakbedekking.
Hiervoor kwamen Bosnische dakpannenklovers naar Staverden
om uit douglasstammen dakpannen te kloven. Een gekloofde
dakpan heeft een afmeting van ca. 70 bij 20 centimeter,
loopt van onderen schuin af en is aan de bovenkant
afgeplat voor de pan erboven. In Nederland waren geen
vakmensen meer die zulke houten dakpannen konden maken.
Al met al ligt
landgoed Staverden er weer verzorgd bij dankzij bijdragen
van de Europese Unie, de Nationale Postcodeloterij, het
Geldersch Landschap en Gelderse Kastelen.
Ook een bezoek aan
het bezoekerscentrum Staverden van de fam. Overeem is een
aanrader.
Voor meer
informatie:
www.kasteel-staverden.nl