Blije Bermen
Mensen vinden bloemen mooi en
belangrijk, maar toch gaat het slecht met onze inheemse flora. Van
de ruim 1500 soorten oorspronkelijke inheemse flora zijn er na
1950 bijna 500 ernstig achteruit gegaan en meer dan 40 al
uitgestorven. En deze trend gaat steeds sneller. En met de
teloorgang van onze flora gaat ook de fauna mee. Vooral de afname
van insecten, de groep die als eerste zichtbaar afhankelijk is van
planten is dramatisch. Uit recent Duits-Nederlands onderzoek
blijkt dat in 27 jaar de hoeveelheid insecten met meer dan 75% is
afgenomen. Vogels en andere dieren die weer leven van insecten
zullen volgen in de afname. Bijna 70% van Nederland is agrarisch
gebied, maar het verlies aan biodiversiteit is de laatste jaren
enorm toegenomen. In een weiland is het aantal inheemse
plantensoorten vaak op één hand te tellen.
De alarmerende berichten hebben
mensen ook weer tot inzichten gebracht. Steeds meer wordt aandacht
geschonken aan biodiversiteit. Natuurorganisaties geven
bloemzaadmengsel weg aan leden of donateurs om de plantenrijkdom
in tuinen te vergroten. Acties zoals ‘steenbreek’ propageren met
de leus ‘Tegel eruit, plantje erin’. Ook steeds meer gemeenten
gaan over tot plantvriendelijk bermbeheer. Grasbermen die vaak om
de 3 weken gemaaid werden worden omgevormd tot kruidenrijke bermen
met veel minder onderhoud. Goedkoper, en dus een goede drijfveer
voor de gemeente om dit te gaan doen. Ondanks de goede bedoelingen
gaat het helaas toch vaak fout.
Punten van aandacht zijn:
-
Het juiste zaadmengsel voor de bodem. Niet alle gronden zijn
geschikt voor bepaalde plantenzaden. Op schrale zandgrond
groeien bijvoorbeeld andere planten dan op klei. - Zaadmengsels
met uitsluitend 1 jarigen gebruiken op kleine smalle stroken. Na 1
jaar is de plant uitgebloeid, maar veel zaad komt niet in de
smalle berm terecht. - Juist maaibeheer. Pas maaien nadat de
planten zaad gevormd hebben. Daarna het liefst niet alles
tegelijk maaien en het maaisel eerst een week laten liggen en dan
het maaisel afvoeren om het terrein te verschralen.
De
beste manier om een succesvolle steeds terugkerende bloeiende berm
te krijgen is om zaadmengsels te gebruiken met daarin zaden van
éénjarigen, tweejarigen en overblijvende planten. Door na de bloei
en zaadvorming steeds ongeveer 1/3 stukje te maaien, en wat later
een tweede 1/3 stukje en een 1/3 stukje een jaar over te laten
staan geeft men ook insecten de kans om optimaal van de
(bloeiende) bermen te profiteren. Behalve voedsel is er steeds een
schuilplek en een overwinteringsplek voor de insecten aanwezig.
Het beste is om deze maaiwijze per jaar met steeds een ander klein
stukje van de berm te doen. Sommige insectensoorten overwinteren
als ei, anderen als larve, weer anderen als pop of als imago
(volwassen insect). Planten zoals brandnetels worden vaak
verwijderd, maar het zijn echter ideale waardplanten voor veel
insectensoorten (vooral een aantal vlindersoorten). Dichte zoden
van grassen (kweek) zijn een belemmering voor de ontwikkeling van
een kleurrijke, soortenrijke berm. Deze moeten zoveel mogelijk
verwijderd en afgevoerd worden. In schrale bermen komen grassen
niet veel voor.
Een veel gehoorde klacht is dat er
voor dieren, met name het vee, gevaarlijke planten in de bermen
tot bloei komen. Deze klacht is echter doorgaans ongegrond. In de
zaadmengsel zitten dat soort zaden niet. Een berucht plantje dat
vaak genoemd wordt is Jacobskruiskruid. De verspreiding van dit
plantje gaat niet via zaad uit mengsels die gebruikt voor Blije
Bermen. Overigens eten de meeste dieren geen gewassen waar ze ziek
van worden. Een juist zadenmengsel voorkomt veel ergernissen.
Ook moet gestreefd worden naar zaadmengsels met zaden van echt
inheemse planten. Vaak worden (goedkopere) inheemse zaadmengsels
aangeboden met zaden uit het buitenland van planten die ook in
Nederland voorkomen. Een Blije Berm vraagt dus wel onderhoud
en deze is vaak afhankelijk van de rijkdom van de bodem. Een
voedselrijke bodem moet de tijd krijgen om te verschralen. En dat
betekent: maaien, maaisel afvoeren en grasachtigen (met wortel en
al) zo veel mogelijk verwijderen. De bodem zo veel mogelijk tot
rust laten komen. Het mooiste zal zijn dat er een brede strook
met kruidachtige planten gevormd kan worden. De wegberm, de sloot
en een strook aan de overkant van die sloot. Plantenstroken die
als het ware linten vormen door het landschap, zowel het
agrarische als het verstedelijkte. Goed voor de insecten, voor
andere dieren en goed voor de mens.
Het NMP probeert andere organisaties
te stimuleren en te ondersteunen bij het realiseren van Blije
Bermen. Zo hebben de politieke partijen PE, CDA en CU al stroken
grasland omgevormd tot kleurrijke bloementerreintjes. Ook is er al
vaak advies gegeven aan burgers die zelf een stukje grond hebben
ingezaaid.
Ieder mens krijgt een goed gevoel
bij het zien van een kleurrijke bloemenpracht.
|