Houtstook, minder overlast.
Onlangs
verscheen het Kennisdocument Houtstook in Nederland. Hierin worden
onderzoeksresultaten over het stoken van hout in open haarden,
kachels, pelletkachels en professionele biomassa ketels op een rij
gezet. In dit artikel proberen we ons te richten op de
consumentenmarkt en daarvoor een korte samenvatting te maken. Voor
het volledige kennisdocument verwijzen we naar
www.RVO.nl .
Mogelijkheden om overlast tegen te gaan
1. Kies de
juiste soort kachel. In het verleden zijn veel open haarden
geplaatst, maar die hebben een laag rendement van maar 10%. Je
hebt heel veel hout nodig om een klein beetje warmte te krijgen.
Omdat je meer hout gebruikt krijg je meer vervuiling en daarnaast
geeft een slechte verbranding nog extra schadelijke stoffen. Ook
een normale houtkachel heeft maar een laag rendement van zo’n 50%
en daardoor nog vrij veel vervuiling. Vuurkorven, fakkels en
kaarsen zijn moeilijk te onderzoeken, maar hebben eveneens een
slechte verbranding. Eigenlijk zouden de open haard, de normale
houtkachel, de vuurkorf, de fakkel en de kaarsen niet meer moeten
branden. Je mag je afvragen of je in de bebouwde kom sowieso nog
wel hout moet willen stoken. Wil je toch hout stoken, kies dan
voor een houtkachel met naverbranding en computergestuurde
luchtaanvoer of een pelletkachel. Deze hebben een rendement van
meer dan 75 %. Professionele biomassa kachels hebben naast een
optimale verbranding ook nog rookgasreiniging.
2. Kies voor de
juiste grootte van de kachel. De meeste kachels zijn te groot voor
de kamer waar ze staan en worden dan gestuurd door de luchtinlaat
te smoren. Dat geeft een slechte verbranding met extra overlast
tot gevolg.
3. Kies een geïsoleerde schoorsteen. Dit
geeft een betere afvoer van de rookgassen en geeft minder kans op
schoorsteenbrand. Het advies is om uw schoorsteen minimaal één
maal per jaar te laten vegen.
4. Maak het houtvuur aan met
aanmaakblokjes en kleine houtjes. Het beste is de Zwitserse
methode, onderin enkele grote stukken en dan kleinere stukken erop
en bovenop het aanmaakblokje. Dan worden de vrijkomende gassen bij
het verwarmen ook direct verbrand. Juist de opstartfase geeft een
slechte verbranding, houd die daarom zo kort mogelijk.
5. Stook alleen
droog en schoon hout. Dit brandt beter en geeft minder overlast.
6. Stook
niet bij mistig of windstil weer. Dan wordt de rook niet verdreven
en geeft dat extra overlast.
7. Zorg voor voldoende verse lucht in de
kamer. De kachel haalt de zuurstof uit de kamer, dit moet
aangevuld worden voor uw eigen gezondheid door de
ventilatieopening in de kamer open te zetten.
8. Controleer
regelmatig of u goed stookt. Kleurloze rook uit de schoorsteen
wijst op een goede verbranding. De vlam in de kachel moet helder
geel zijn.
9. Laat een houtvuur vanzelf uitbranden.
Geniet van uw houtkachel, maar
voorkom overlast.
|